De opkomst van digitaal drukken op drupa 2008 versus production inkjet op drupa 2016

Drupa 2008 was de doorbraak van digitaal drukken; systemen met formaten groter dan A3, hogere productie snelheden en wat zeker zo belangrijk was lagere kosten per afdruk zagen het licht. Ster van de show was ongetwijfeld de HP Inkjet Web Press, aangekondigd als een thermal inkjet device met een baanbreedte van 76,2 cm en een snelheid van 112 m/minuut. Het Franse Impika, nu een Xerox company, introduceerde op drupa 2008 zijn iPress 150 voor zwart met steunkleur en de iPress 600 voor full colour, het waren inkjet persen met een baanbreedte van 47,4 cm en snelheden tot 150 m/minuut. Impika gebruikte Panasonic Drop On Demand piezo electric printheads. Printheads zouden op weg naar drupa 2016 een steeds grotere rol spelen. De mogelijkheid om meerdere koppen naast elkaar te plaatsen, meer papiersoorten te kunnen bedrukken en de levensduur van de koppen werden verkoopargumenten van alle fabrikanten.

Printheads die je de kop niet kosten
Het geheim van digitale drukpersen zijn de printheads. Naast onafhankelijke fabrikanten zoals Xaar, maken ook printerfabrikanten als Kodak, Fuji, Panasonic en Konica Minolta printheads. Verschil tussen de verschillende heads, naast de gebruikte techniek om inktdruppels af te vuren, zit in eigenschappen zoals de druppelgrootte, adreseerbaarheid van die druppels en hoe een niet goed werkende nozzle in een kop gedetecteerd kan worden en zijn werking overgenomen. Het gemak van de vervanging en de kosten ervan kunnen je de kop kosten. Kosten die niet altijd duidelijk zijn bij de aanschaf van een productieprinter.
Ten opzichte van drupa 2008 is er veel veranderd in printhead techniek. Op drupa 2016 zullen alle fabrikanten hameren op eigenschappen als duurzaamheid, afdrukkwaliteit, mediakeuze en bedrijfszekerheid van hun printkoppen. Media en afdrukkwaliteit kun je zelf beoordelen, de andere factoren zijn een kwestie van vertrouwen in de leverancier en het opstellen van een sluitende overeenkomst.

Alles is te bedrukken op drupa 2016
Met de nieuwste inkten en met UV droging is werkelijk alles te bedrukken, zoals meer dan 200 leveranciers van digitale drukpersen op drupa zullen bewijzen. Daarmee is inkjet de disrupting afdruktechniek geworden die experts voorspeld hebben. In markten zoals labelprinting, verpakkingen, boekproductie en direct mailing heeft digitaal drukken het eerste toegeslagen. Met de komst van B1 formaat digitale vellenpersen lijken nu de handelsdrukkers aan de beurt te zijn. Of dat gaat gebeuren zal afhangen van de investeringsbereidheid van drukkers, maar ook hoe het effect is van de inhaalslag die geautomatiseerde offsetpersen aan het maken zijn. Met kortere insteltijden, minder inschiet en een hogere piekproductie zal menig grafisch ondernemer toch kiezen voor deze traditionele druktechniek. Een techniek die beter past in zijn huidige bedrijfscultuur.

Digitaal drukken als durf-investering
Investeren in digitaal drukken is niet zonder risico. Zelfs als een leverancier bereid is garanties te geven of de financiering te regelen blijft digitaal drukken een durf-investering.
Belangrijk is daarbij de rol van banken. Hoe kijken die aan tegen nieuwe afdruktechnieken. Gaan ze mee in een kortere afschrijvingsperiode en een lagere restwaarde van digitale persen ten opzichte van offsetpersen. Fabrikanten als Heidelberg, die nu zelf de distributie, plaatsing en service van zijn persen in de hand heeft lijken het makkelijker te hebben. Zij hebben naamsbekendheid en zullen ver gaan om hun marktaandeel te behouden of uit te breiden. Ze hebben ook nog het voordeel dat ze op drupa ook digitale drukpersen zullen tonen en drukkers beide afdrukoplossingen kunnen aanbieden. Vreemde eend in de bijt is Landa die op drupa drie types persen voor drie marktsegmenten zal tonen. En Landa zou Landa niet zijn als hij geen oplossing bedacht heeft om van nanotechnology een ik-durf-investering te maken.