Jolanda van Drie
Leidse masterstudenten Journalistiek en Nieuwe Media gaan Facebook helpen om nepnieuws van het sociale medium te weren.
Regelmatig verschijnen er nieuwsberichten op Facebook, die bij nader inzien niet kloppen. Zo verscheen er enkele maanden geleden een bericht online dat de paus zijn steun zou hebben uitgesproken voor de Amerikaanse presidentskandidaat Donald Trump, wat niet zo bleek te zijn. Dat is vervelend, niet in de laatste plaats omdat steeds meer mensen hun nieuws van het social mediaplatform halen.
Factchecken
Facebook gaat nu de strijd aan met dit soort nepnieuws. Zo maakt Facebook het eenvoudiger om twijfelachtig nieuws te rapporteren. Partners van Facebook zullen deze gerapporteerde berichten vervolgens beoordelen. Studenten van de Leidse masteropleiding Journalistiek en Nieuwe Media, verenigd in het project Nieuwscheckers, zijn een van de partners van Facebook. Ook NU.nl is aangesloten bij het initiatief.
In twijfel
Wanneer meerdere partners van Facebook de twijfelachtigheid van een nieuwsbron beamen, wordt dit nieuwsbericht aangemerkt als ‘in twijfel getrokken’. De factcheckers zullen bij deze berichten een verantwoording geven waarom zij tot hun keuze zijn gekomen. Deze berichten kunnen vervolgens lager in de nieuwsfeed van een Facebookgebruiker verschijnen.
Promoten
De in twijfel getrokken berichten kunnen nog steeds worden gedeeld, maar wanneer gebruikers de post delen, zien ze een duidelijke waarschuwing dat het bericht in twijfel is getrokken door onafhankelijke feitencheckers. Ook is het niet langer mogelijk om het betreffende artikel te promoten.
Reactie Sander Dekker
Sander Dekker, staatssecretaris van OCW, verantwoordelijk voor mediabeleid: “er is de laatste tijd veel discussie over nepnieuws. Verspreiding van verzonnen berichten kan verstrekkende gevolgen hebben, zeker ook in verkiezingstijd. Het initiatief van Facebook, NU.nl en de Universiteit Leiden om Nederlandse Facebookgebruikers te helpen om het kaf van het koren te scheiden, juich ik dan ook van harte toe.”
Babymerk Zwitsal introduceert de eerste zelflerende babynamen app. De nieuwe app is een soort Tinder voor babynamen, waarmee het babymerk zelf handig data kan verzamelen van moeder én vader. De app is ontwikkeld in samenwerking met digital production agency iOnline.
Dankzij een zelflerend algoritme is de Babynamen app helemaal gericht op toekomstige ouders, die samen op zoek zijn naar de mooiste naam voor hun kindje. Als mama of papa ‘to be’, krijg je diverse namen voorgeschoteld. Deze kun je goedkeuren of afwijzen. De namen die de partners allebei goedkeuren komen in een matchlijst te staan. In de database zitten ruim 10.000 babynamen, maar je kunt ook eigen verzonnen namen invoeren. Deze naam verschijnt dan vanzelf een keer bij je partner op het scherm. Daarnaast kun je de namen van je huidige kinderen invoeren, zodat het systeem nog meer over jou leert en je weer nieuwe namen die je mogelijk interessant vindt kan laten zien.
“Zwitsal heeft na eigen onderzoek geconcludeerd dat de meest gezochte term ‘babynamen’ is binnen het domein baby’s, en zag daar een kans. Wij zijn toen met het idee voor een zelflerende app gekomen. Door de opzet van de app krijgt Zwitsal inzichten en toegang tot een schat aan informatie over de aanstaande ouders. Daarnaast krijgt men inzicht in de populariteit van namen en de fase van de zwangerschap,” aldus Marco Groenendijk, Managing Director van iOnline.
Doordat de babynamen app geoptimaliseerd is voor het gebruik door beide ouders, krijgt Zwitsal ook informatie over de vaders, een doelgroep die voor het babymerk vooralsnog buiten beeld bleef. De eerste pilot draait nu in Nederland, maar bij succes zullen andere landen snel volgen.
Lees verder....
Adverteerders uit de reis-, retail- en financiële sector hebben in 2016 samen 25 procent meer aan zoekmachinemarketing uitgegeven dan in het jaar daarvoor. De uitgaven aan mobiele advertenties zijn bijna verdubbeld (92 procent), terwijl die aan advertenties op tablets op alle fronten (CPC en Ad Spend) met gemiddeld 3 procent zijn gedaald. Daarnaast heeft deze groep van adverteerders in 2016 hun uitgaven voor Google Product Listing Ads verdubbeld (99 procent). Dit en meer blijkt uit het derde Nederlandse Searchonderzoek dat Deloitte uitvoerde in opdracht van brancheverenigingen IAB Nederland en DDMA.
De budgetgroei van 25 procent is vooral veroorzaakt door de significante stijging van mobiele zoekopdrachten via Google en desktopzoekopdrachten via Bing. Als gevolg van de relatief lagere kosten per klik (CPC) van mobiele advertenties en Bing’s algehele CPC, zijn de tarieven voor zoekmachinemarketing slechts licht toegenomen (5 procent).
Google en mobiele advertenties meest populair
Ook in 2016 behaalde de betaalde zoekresultaten op mobiel een duizelingwekkend gemiddelde groei van 92 procent. Desktop presteerde duidelijk minder met een gemiddelde groei van 8 procent. Terwijl adverteren op tablet in 2016 op alle fronten (CPC-klikken en Ad Spend) daalde met een gemiddelde van 3 procent. Deze daling is een gevolg van een afname in populariteit van de tablet.
In het laatste kwartaal van 2016 hebben adverteerders 33 procent van hun Google search budget op mobiele advertenties ingezet. Dit in tegenstelling tot Bing, waar maar 8 procent van het search budget mobiel is gespendeerd.
Populair: Google Product Listing Ads
Sinds Google is gestart met het tonen van Product Listing Ads (PLA’s) in de zoekresultaten, is deze vorm van adverteren sterk in populariteit gestegen. Over heel 2016 is de besteding van adverteerders op PLA’s zelfs met 99 procent gestegen. PLA’s kunnen momenteel alleen worden gebruikt in de retailsector, die momenteel meer dan 31 procent van zijn search budget aan deze vorm van zoekmachinemarketing uitgeeft. Met als gevolg dat 46 procent van alle traffic via deze vorm van online adverteren wordt gegenereerd.
Merknaam versus niet-merknaamzoekwoorden
Adverteerders spendeerden in 2016 meer budget aan niet-merknaamzoekwoorden (25 procent) dan aan merknaamzoekwoorden (16 procent). Door de groei van het aantal clicks bij niet-merknamen ten opzichte van merknamen, is de CPC voor merknamen met 10 procent gestegen en die voor niet-merknamen met 3 procent gedaald. Terwijl de CPC-prijzen van niet-merknaamzoekwoorden in tegenstelling tot Google bij Bing relatief goedkoper zijn, zijn de merknaamzoekwoorden bij Bing duurder.
Bron: DDMA
Lees verder....
88% van de Nederlandse huishoudens was in 2016 voorzien van digitale TV-ontvangst. Het aantal huishoudens met een connected-TV stijgt verder van 31% in 2015 naar 37% in 2016. Dat blijkt uit de resultaten van de Mediastandaard Survey 2016 (MSS) die recent door SKO (Stichting KijkOnderzoek) zijn gepubliceerd.
Het onderzoek wordt door Kantar TNS uitgevoerd, in opdracht van de organisaties die verantwoordelijk zijn voor de belangrijkste mediabereiksonderzoeken. In 2016 zijn 6.060 huishoudens en 5.195 personen van 13 jaar en ouder ondervraagd.
Digitale TV
De meeste huishoudens in Nederland hebben de mogelijkheid om digitaal televisie te kijken. De totale penetratie digitale TV-ontvangst in 2016 is vergelijkbaar met 2015. Daarbinnen stijgt wel het percentage huishoudens met digitale televisie via internet van 13% in 2015 naar 18% in 2016.
Connected-TV
Het percentage huishoudens met een televisie met directe toegang tot het internet stijgt verder van 31% naar 37%. Dit is een significante stijging ten opzichte van 2015.
Harddiskrecorders en mediacenters
In 2016 beschikt 37% van de Nederlandse huishoudens over een harddiskrecorder. Dit percentage is stabiel ten opzichte van vorig jaar. Wel daalde het aantal huishoudens dat in bezit is van een video- en een DVD-recorder met of zonder harddisk. Het percentage Nederlanders met een mediacenter of dongle voor op de TV (bijvoorbeeld Apple TV, Chromecast, enz.) is 12% in 2016. Dit is significant toegenomen tegenover 2015 (10,5%).
Tablet en smartphones
De penetratie van smartphones onder Nederlanders van 13 jaar of ouder bedraagt 81% en die van tablets 58%. Het smartphonebezit is weer verder toegenomen. Dit was 75% in 2015. Net zoals vorig jaar beschikt het merendeel over een laptop (73%) of een desktop (44%). Frans Kok (a.i. directeur SKO) zegt hierover: “voor Stichting KijkOnderzoek is de stijging van het aantal connected-TV’s een zeer relevant gegeven. Het TV-toestel krijgt daarmee een nog prominentere functie in het huishouden en het is belangrijk om te meten wat daarop gebeurt. MSS is voor ons de belangrijkste bron om het bezit van TV-apparatuur en connected devices te kunnen monitoren.”
Online dataspecialist Meltwater komt dit jaar met een Verkiezingsmonitor, dat inzicht biedt in de share of voice en het sentiment van de berichten op (social) media als Facebook, Twitter en Instagram. Traditionele peilingen zitten er nog weleens naast, zoals pijnlijk bleek na catastrofes als de Brexit en Trump. Door inzicht te bieden in wat er online speelt, ontstaat een realistischer beeld van wat de kiezers bezighoudt.
Op basis van de online aanwezigheid wordt de PVV op 15 maart weliswaar de grootste partij van het land, maar de premier zal van een andere partij komen. Dat komt omdat alle andere partijen uit de top-6 te kennen hebben gegeven, dat ze geen coalitie zullen vormen met de partij van Geert Wilders. De VVD zit dan als runner up in de kansrijkste positie voor het premierschap. De partij van Rutte zou bijvoorbeeld een coalitie kunnen vormen met D66, PvdA, CDA en GroenLinks. Als de grootste coalitiepartij de minister-president aanlevert, dan behoudt het Torentje haar huurder: Mark Rutte.
Inzoomen op verkiezingsthema’s leidt tot verrassende inzichten. Zo laat GroenLinks zich voorstaan op de betrokkenheid met het klimaat, maar D66, PvdA en de VVD scoren online beter op dit thema dan de partij van voorman Jesse Klaver. Eén van de verklaringen hiervoor is, het pleidooi voor de oprichting van het klimaatinstituut door D66. Er zijn echter ook usual suspects die wél scoren op de gewilde onderwerpen. D66 domineert op onderwijs en de SP staat op eenzame hoogte als het om zorg gaat. Er is gemeten in openbare nieuwsmedia tussen januari en 12 februari.
Met betrekking tot veiligheid scoort de VVD het hoogst. De partij wordt het vaakst (27,5%) genoemd in de online nieuwsmedia in combinatie met zoekwoorden als ‘veiligheid, immigratie, asielbeleid, grenzen open, grenzen dicht, Schengen, integratie’. De partij wordt gevolgd door de
PvdA (!) en de PVV. De score van de VVD wordt overigens positief beïnvloed, doordat immigratie binnen de huidige coalitie onder VVD staatssecretaris Dijkhof valt.
What is the vision of Dutch top marketeers on the future of marketing and innovation? In which fields do they intend to concentrate their people and budget the coming three years? Will their role change and how? The first edition of the IAB Digital Marketing Innovation Research, by Deloitte Digital, answers these questions.
Results show that Dutch marketing managers expect digital marketing to be growing even more in the coming three years. At the end of 2016 media expenditure was 54% online and 46% traditional media. This is expected to change to 66% online and 34% traditional media by 2020. To fully use all new data which will become available because of this change in mix, companies expect to have to invest in technology to further automate marketing. Data Management Platforms will become the norm (36% of respondents have a DMP in place, 55% is in the process of getting one). The majority of companies have their data strategy in place. In general (74%) they expect to be able to use 1-2-1 marketing within the next three years.
Everything in-house
Whilst traditionally media and marketing activities were contracted out, this seems to be changing. Nearly 20% of respondents say that they buy their own media and 55% of them do their own marketing activities. It is to be expected that this will grow to 63% in the next three years. Lack of transparency from contractors (75%), but also the wish for more control is the main reason.
Further integration of channels
The respondents expect that there will be full integration of all marketing channels within the next three years. Radio and TV become audiovisual and cross channel optimisation (48%) is to be expected. Mobile will continue to have a prominent place in the mix (58%) and there are experiments with VR and AR. For now these are not yet proven efficient and there is no investment yet.
Biggest challenge: data
Respondents said that they see challenges with the processing of data. Technical aspects and data quality (35%) are mentioned, but also privacy (35%) and updating (25%). Collecting data from the different sources (45%) and using these data to gain insights and to develop concrete actions (25%) were mentioned as well. The gathering of insights is especially difficult because of the lack of the right people.
All results and conclusions about the future of digital marketing can be found in the IAB Digital Marketing Innovation research which can be downloaded here.
Lees verder....
Heb jij al een Valentijnskaartje in de bus gehad? De kans is groot, want met Valentijnsdag schiet de kaartverkoop omhoog. Steeds meer mensen kiezen voor een fysieke kaart boven een kaart die via internet verstuurd wordt.
Zo zien winkeliers in Zeeland dat de romantische dag hun commerciële kaartverkoop goed doet. Volgens Tim van Eenennaam, van De Drvkkery in Middelburg, kiezen mensen vaker voor de persoonlijke handgeschreven boodschap. “Ieder jaar komt er met Valentijnsdag een kaartenmolen bij, dus dat wil wel zeggen dat het goed gaat.”
56 kaarten per jaar
In 2015 is de verkoop van wenskaarten gestegen met 4,8% ten opzichte van 2014. We versturen per huishouden gemiddeld 56 kaarten per jaar. Het aantal Nederlanders dat via internet kaarten verstuurt, is nagenoeg gelijk gebleven. De handgeschreven kaart is veruit het populairst met Kerst, rond verjaardagen en als vakantiegroet.
Bron: Omroep Zeeland
Valentijn marketing en fun
Maar Valentijnsdag is wel goed voor de verkopen van andere producten via internet! Lees over de goede match van Valentijnsdag en e-commerce.
Voor de liefhebber: digitale liefdes met de drie slechtste en beste videogame-romances.
Lees verder....
Bedrijfsleven, brancheorganisaties en overheid gaan gezamenlijk misbruik, zoals phishing en het afluisteren van e-mail aanpakken. Daartoe hebben zij met steun van het Ministerie van Economische Zaken de ‘Veilige E-mail Coalitie’ opgericht. Dit is begin februari bekendgemaakt tijdens het symposium van het Forum Standaardisatie.
In de coalitie nemen de volgen partijen deel: PostNL, KPN, Betaalvereniging Nederland, DDMA, Thuiswinkel.org, VNO-NCW, MKB-Nederland, Stichting Zeker-Online, Dutch Datacenter Association, Stichting DINL, XS4ALL, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Rijks-CIO), Fraudehelpdesk, Nederland ICT en de Belastingdienst. De deelnemers aan de ‘Veilige E-mail Coalitie’ gaan binnen hun organisaties aan de slag met het invoeren van maatregelen voor het beveiligen van e-mailverkeer. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van gezamenlijk vastgestelde standaarden. Op die manier kan zowel phishing als het afluisteren van e-mail worden tegengegaan. Daarnaast gaan zij het gebruik van e-mailbeveiliging verder versnellen, door onderlinge kennisdeling en promotie. De betrokken partijen nodigen andere bedrijven en overheden uit om zich aan te sluiten en gebruik te maken van de kennis binnen de coalitie.
Marketingsector naar hoger plan tillen
Marcel Krom, CIO bij PostNL: “We zijn zelf vergevorderd met de implementatie van de moderne e-mailbeveiligingsstandaarden, maar we realiseren ons dat alle partijen in het mail-ecosysteem mee moeten doen om het echt te laten werken. Daarom sluiten we graag aan bij de coalitie.”
Monique Rutten, die als adjunct-directeur namens DDMA aanwezig was om haar handtekening te zetten, vult aan: “Wij zijn blij met initiatieven die de marketingsector naar een hoger plan tillen. In 2015 hebben wij een vergelijkbaar project afgerond; een kwaliteitsconvenant en technische richtlijnen in samenwerking met de grote E-mail Service Providers (ESP’s) in de markt, die een belangrijke schakel vormen in de beveiliging van e-mailverkeer. Ook dit jaar staat e-mailbeveiliging hoog op de agenda van onze commissie E-mail waarin zowel ESP’s, bureaus en adverteerders die op grote schaal e-mailen, zijn vertegenwoordigd. Het tekenen van deze intentieverklaring is dus een logische stap voor onze brancheorganisatie.”
E-mail populair, maar kwetsbaar
E-mail is een zeer veel gebruikt communicatiemiddel. Miljoenen Nederlanders verzenden en ontvangen dagelijks samen tientallen miljoenen e-mailberichten. Onveilige e-mail zorgt helaas dagelijks voor misbruik en schade. Gelukkig kan e-mail veiliger. Daarvoor is het wel belangrijk dat verzenders en ontvangers in de gehele keten moderne beveiligingsmaatregelen en daarbij behorende standaarden toepassen. Steeds meer partijen doen dat al. De standaarden waar de ‘Veilige E-mail Coalitie’ voor staat, zorgen ervoor dat internetcriminelen niet zomaar uit naam van andermans e-mailadres phishingmails kunnen versturen. Daarnaast helpen ze om het afluisteren van bedrijfs- en privacygevoelige informatie in e-mails te voorkomen. Door het open karakter van deze standaarden zijn die voor alle organisaties beschikbaar. DDMA en het Nationaal Cyber Security Centrum stelden eerder al richtlijnen op voor het opstellen van een goede bulkmail, om te voorkomen dat deze gezien wordt als phishingmail.
Bron: DDMA.nl
Lees verder....
Wat is de visie van de Nederlandse top van marketeers op het gebied van marketing en innovatie? Op welke trends zetten zij hun mensen en budget in voor de komende drie jaar? Verandert hun rol en hoe gaat men om met interne veranderingen? De eerste editie van het IAB Digital Marketing Innovation Onderzoek, uitgevoerd door Deloitte Digital, geeft antwoord op deze vragen.
Zo komt uit het onderzoek onder andere naar voren, dat de Nederlandse marketingmanager verwacht dat digital marketing in de komende drie jaar nog verder zal groeien. Was de verdeling in mediabestedingen eind 2016 nog 54% online en 46% traditionele media, naar verwachting zal deze verdeling in 2020 zijn verschoven naar 66% online en 34% traditionele media inzet. Om gebruik te kunnen maken van alle nieuwe data, die door deze digitale verschuiving beschikbaar komt, verwachten bedrijven flink te moeten investeren in technologie die marketing verder automatiseert. Data Management Platforms worden hierbij steeds meer standaard (36% van de ondervraagden heeft een DMP in place, 55% is ermee bezig) en de grote meerderheid van bedrijven heeft een datastrategie geformuleerd. Men (74%) verwacht hierdoor binnen drie jaar één-op-één marketing te kunnen toepassen.
Alles ‘in-house’ te halen
Terwijl de inkoop van media en het uitvoeren van marketingactiviteiten voorheen veelal werd uitbesteed, lijkt hierin verandering te komen. Bijna 20% van de ondervraagden geeft aan, media zelf in te kopen en 55% van hun marketingactiviteiten volledig zelf uit te voeren. De verwachting is, dat dit in de aankomende drie jaar verder groeit naar 63%. Gebrek aan transparantie over marges bij derde partijen (75%), maar ook de wens zelf meer controle te houden, zijn hiervoor de belangrijkste beweegredenen.
Kanalen meer geïntegreerd
In de komende drie jaar verwacht men een totale integratie van marketingkanalen. Er wordt gesproken over de categorie “audiovisueel” in plaats van radio of tv, en er wordt cross-channel geoptimaliseerd (48%). Mobiel zal een steeds belangrijkere plaats gaan innemen in de marketingmix (58%) en er wordt voorzichtig met VR en AR geëxperimenteerd. Voorlopig is de waarde nog niet bewezen en grote investeringen blijven vooralsnog dan ook uit.
Grootste uitdaging: data
Respondenten geven aan veel uitdagingen te zien in het verwerken van data. Technische aspecten en datakwaliteit (35%) worden vaak genoemd, ook het omgaan met privacy (35%) en het actueel houden van data (25%). Daarnaast komen het bij elkaar brengen van data uit verschillende interne bronnen (45%), en het omzetten van de data-inzichten, in concrete acties (25%) naar voren. Het vergaren van deze inzichten is bovendien lastig door het gebrek aan personeel met de juiste competenties.
Alle resultaten en conclusies over de toekomst van digital marketing zijn gebundeld in het IAB Digital Marketing Innovation Onderzoek, dat hier te downloaden:
Lees verder....
Social media is here to stay and is getting a lot of attention. But which platforms are currently most popular? And how much are they used? Which platforms are on the rise and which are on their way out? Newcom has been researching this since 2010 in the biggest survey in the Netherlands for social media use. The 7th of this large country-wide research has been done for 2017 with an impressive response.
Newcom distinguishes between 7 highlights in the social media landscape this year:
– WhatsApp is the biggest platform in 2017, Facebook and YouTube continue to grow;
– Instagram has risen the most relatively and has entered the top 5;
– Facebook grows mostly amongst the older demographic and sees a decrease of 8% among 15-19 year olds in 2017;
– LinkedIn has not grown in users, but the daily use has increased slightly;
– the fall in Twitter use as noticed in 2016 has not continued, but has remained the same;
– Instagram and SnapChat continue to grow and are mostly popular with young people;
– the use of social media continue to rise as well as worries about privacy.
Newcome is an independent research bureau offering services to full-service market research organisations.
Lees verder....
JCDecaux, marktleider op het gebied van buitenreclame, heeft het jaar 2016 positief afgesloten met een groei van 5,8% (waarvan 3,3% organisch). Daarmee groeide de omzet van 3,207 miljard euro in 2015 naar 3,392 miljard euro in 2016.
Voor het vierde kwartaal noteerde de JCDecaux Groep een kleine min van 0,1%, waarbij de omzet kwam op 982,8 miljoen euro tegenover een omzet van 983,9 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2015.
Lees voor nadere informatie over de omzet op het gebied van stadsmeubilair, billboards en transport, en een reactie van Jean-Charles Decaux, Co-Chief Executive Officer en voorzitter van de Raad van Bestuur, het volledige persbericht op www.jcdecaux.com
Lees verder....Social media is niet meer weg te denken uit het media landschap, en staat volop in de belangstelling. Maar welke platformen worden op dit moment gebruikt? En met welke frequentie? Wat zijn de stijgers en dalers? Newcom voert al sinds 2010 het grootste onderzoek van Nederland uit naar het gebruik van social media. Dit grootschalige landelijk onderzoek is in 2017 voor het zevende jaar op rij gehouden, met opnieuw een indrukwekkende respons.
Newcom onderscheidt 7 highlights in het social media landschap dit jaar:
– WhatsApp is het grootste platform in 2017, Facebook en YouTube blijven groeien
– Instagram stijgt relatief het sterkst en is de top-5 binnengedrongen
– Facebook groeit met name onder ouderen, er is een daling van 8% onder jongeren van 15-19 jaar in 2017
– LinkedIn is niet gegroeid in aantal gebruikers, het dagelijks gebruik is iets toegenomen
– de daling van Twitter in 2016 heeft niet doorgezet (ook geen stijging)
– Instagram en SnapChat blijven groeien en zijn met name populair onder jongeren
– het gebruik van social media blijft stijgen, de zorgen om privacy blijven hoog.
Newcom is een onafhankelijk onderzoeksbureau dat organisaties met full-service marktonderzoek, inzicht geeft in hoe zij optimaal kunnen aansluiten bij de wensen van de doelgroep. Vraag het volledige rapport hier aan.
Lees verder....
Kandidaten gezocht
De trainingen voor 2022 staan gereed. Kijk voor het volledige online aanbod van bestaande- en nieuwe trainingen op de website.
BLOKBOEK.COM EN PRINTMEDIANIEUWS: HET OPTIMALE DOELGROEP BEREIK