Politieke Media Barometer: VVD en PVV meeste aandacht

De VVD en de PVV hebben de drie weken voor de verkiezingen de meeste aandacht gekregen op radio en televisie. Dat blijkt uit de Politieke Media Barometer, die is opgesteld door Zoom Media.

Uit het rapport blijkt, dat zowel de VVD als de PVV veel aandacht krijgen op landelijke en regionale zenders. Bijna 18 procent van de media-uitingen op radio en tv ging over de VVD en/of Mark Rutte. De PVV volgt met bijna 15 procent. Dan volgt op enige afstand een middenmoot die dicht bij elkaar ligt, met achtereenvolgens PvdA, D66 en CDA, die allen ongeveer 11 procent van de aandacht op radio en tv krijgen. Tot slot krijgt GroenLinks iets meer dan 9 procent van alle gemeten aandacht.

Verschil per regio
In Groningen, op RTV Noord, ging 24 procent van de politieke berichtgeving over de PvdA, dit is twee keer zoveel als in Zeeland (11,6%). In Noord- Holland (7,1%) en Limburg (10,4%) is nog minder aandacht voor deze partij. In Noord-Holland en Limburg ging, met respectievelijk 23 procent en 21 procent, de meeste aandacht naar de PVV, terwijl dit in Zeeland en Groningen slechts 12 procent en 8 procent is. De volledige analyse per regio is terug te vinden in het rapport in de bijlage.

Politieke Media Barometer
“We hebben in een zeer korte periode een volledige analysewebsite opgezet, waarop we alle data gratis beschikbaar stellen voor de bezoekers. Dat leverde een paar interessante inzichten op”, aldus Abderrahim Aït Ben Moh, CEO van Zoom Media. “Hoe verliep het ‘campagnegedrag’ van politici bijvoorbeeld? In welke thematische context werden soundbites van partijleden op de radio uitgezonden? Welke keuze maakten omroepen in hun gastenlijsten, en welke keuzes maakte de politici op dit vlak? In welke regio’s zijn politici van een bepaalde partij vooral actief? Het doel van het rapport is om een steentje bij te dragen aan het transparant maken van het medialandschap in relatie tot de politiek. We presenteren de cijfers op de website en in het rapport met een open vizier. Op die manier stellen we mensen in staat om voor zichzelf te bepalen welke aanvullende terreinen verder onderzocht moeten worden.”